Autorisatie en opzet Beleidsbegroting

Algemeen

Autorisatie begroting 2017-2020

De raad dient de begroting als geheel vast te stellen. Uiteraard kan de raad daaraan voorafgaand wijzigingen aanbrengen in het voorliggende voorstel. Met het vaststellen autoriseert de raad het college tot het doen van de in de programmabegroting opgenomen uitgaven en investeringen, respectievelijk tot het realiseren van baten. Tevens geeft de raad met het vaststellen van de begroting opdracht aan het college de opgenomen programma’s, het daaraan ten grondslag liggende beleid en de paragrafen uit te voeren. Over deze uitvoering legt het college verantwoording af aan de raad middels de zomernota en de jaarstukken. De presentatie van deze stukken vindt op programmaniveau plaats.

Opzet Beleidsbegroting (leeswijzer):

Programmaplan

Het programmaplan van de gemeente Someren bestaat uit 11 programma's:

01

Bestuur en dienstverlening

02

Openbare orde en veiligheid / Integrale handhaving

03

Verkeer, vervoer en openbare ruimte

04

Economische zaken en toerisme

05

Milieu en water

06

Sport en cultuur

07

Maatschappelijke zorg

08

Jeugd en onderwijs

09

Werk en inkomen

10

Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting

11

Algemene dekkingsmiddelen

Bij ieder programma wordt per doelstelling de volgende onderdelen in beeld gebracht:

Wat willen we bereiken?

Hieronder wordt de doelstelling opgenomen.

Wat gaan we hiervoor doen en wanneer zijn we tevreden?

Hieronder worden de activiteiten voor 2017 opgenomen. Bij "Tevreden" worden de prestatie-indicatoren opgenomen. Zodat de prestaties gemeten kunnen worden.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

Hier staat aan welke eisen moet worden voldaan om tot een goed resultaat te komen.

Wie is verantwoordelijk?

Hieronder wordt gemeld wie de bestuurlijk en ambtelijk verantwoordelijken zijn.

Wat mag het kosten?

Hieronder worden de beschikbare budgetten van de doelstelling weer gegeven.
1. Lasten worden met een "+" weergegeven en baten met een "-".
2. In de tabel "Wat mag het kosten" wordt onderscheid gemaakt in de regels zonder en met
een *. De regels met * zijn kredieten die eenmalig beschikbaar worden gesteld en waarvan
de uitgaven over meerdere jaren lopen. De overige regels betreffen exploitatieposten.

Beleidsindicatoren

Om meer te sturen op effecten van beleid is in deze in de programmabegroting een basisset van circa 50 beleidsindicatoren opgenomen. Deze basisset is voor alle gemeenten van toepassing (verplicht ingevolge het Besluit Begroting en Verantwoording). De opgenomen gegevens zijn ontleend aan landelijk beschikbare bronnen. Door het opnemen van deze beleidsindicatoren wordt onder andere meer inzicht verkregen in prestaties van de gemeente in vergelijking met andere gemeenten.
De uitkomsten kunnen worden gebruikt om te sturen op gewenste maatschappelijke effecten. Hierbij zijn geen landelijke normen vastgesteld. Het is aan de raad om te bepalen welke prestaties op de verschillende beleidsvelden nagestreefd worden. Daarnaast is er ruimte om, naar eigen behoefte, extra indicatoren toe te voegen.

In eerste instantie is gestart met de voorgeschreven set indicatoren. Naast het opnemen hiervan in de begroting en het jaarverslag worden deze indicatoren van het gemeentelijk domein digitaal beschikbaar gesteld op de website www.waarstaatjegemeente.nl . Hierbij wordt wel vermeld dat sprake is van een groeimodel. Vergelijkende cijfers uit meerdere jaren zijn niet beschikbaar. Ook dateren de opgenomen cijfers uit verschillende dienstjaren.

Paragrafen

Doel van de paragrafen is de raad een instrument te geven om de beleidskaders van deze diverse onderdelen vast te stellen en om de uitvoering te kunnen controleren. In dit hoofdstuk zijn de onderstaande paragrafen opgenomen:

1. Weerstandsvermogen

In deze paragraaf geeft de gemeente aan hoe robuust de begroting is wanneer zich een financiële tegenvaller voordoet. Hierin zijn ook de voorgeschreven kengetallen verwerkt zoals deze in het nieuwe Besluit Begroten en Verantwoorden zijn opgenomen.

2. Lokale heffingen

Deze paragraaf geeft een beeld van het beleid op alle heffingen, de inkomsten daaruit en de effecten voor burgers en bedrijven.

3. Verbonden partijen

In deze paragraaf wordt aangegeven op welke wijze (beleidsmatig en financieel) de gemeente verbonden is met externe partijen om bepaalde beleidsdoelen te verwezenlijken.

4. Onderhoud kapitaalgoederen

Deze paragraaf geeft een dwarsdoorsnede van het beleid en het beheer en onderhoud van de verschillende kapitaalgoederen (wegen, riolering, gebouwen en dergelijke).

5. Bedrijfsvoering

Deze paragraaf beschrijft de stand van zaken en beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Het college maakt met deze beschrijving inzichtelijk dat er doelmatig, doeltreffend en klantgericht wordt gewerkt aan de uitvoering van de programma’s.

6. Financiering

Deze paragraaf geeft weer hoe de treasuryfunctie van de gemeente is ingericht.

7. Grondbeleid

Deze paragraaf geeft de visie aan op het grondbeleid in relatie tot de uitvoering van
de programmadoelen, bijvoorbeeld op het gebied van volkshuisvesting en economische ontwikkelingen.

8. Sociaal domein

In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de ontwikkelingen op het terrein van Jeugd, Wmo en Werk & Inkomen (Participatiewet).